16 januari 2016

Als je zorgverlener verslaafd is...

Verslaving is een ernstige zaak, wie het ook betreft. Het kan gevolgen hebben in persoonlijke relaties, op financieel terrein en voor de lichamelijke en psychische gezondheid. Verder kan het in contact brengen met justitie, bijvoorbeeld door het veroorzaken van een verkeersongeval.

Artsen en andere zorgverleners zijn verdedigers van onze gezondheid. Dat kan ertoe leiden dat we er gemakkelijk aan voorbijgaan dat ook zij gezondheidsproblemen kunnen hebben. Het is dan goed om te bedenken dat een op de tien mensen op enig moment in zijn carrière problemen heeft met alcohol of drugs. En dat dit niet anders is voor beroepsbeoefenaars zoals artsen, verloskundigen, verpleegkundigen en dergelijke.

Net als voor ieder ander persoon bestaan daar afkickprogramma’s voor, maar wanneer iemand in de gezondheidszorg werkt, zijn er bijkomende aspecten. Vooral vanwege de verleiding in het werk door het omgaan met bepaalde medicamenten is na succesvol afkicken een extra strenge controle nodig. Deze controle zal de betreffende persoon ook echt moeten aanvaarden om weer geaccepteerd te worden in zijn werkomgeving.

Hoe ontstaat een verslaving? Waarschijnlijk heeft een zekere aanleg er wel mee te maken. Een omgeving die dat tolereert of vóórdoet eveneens. In de zorg zijn nog andere risicofactoren aan te wijzen, zoals stress en lange werkdagen.

Ook het maken van een fout die voor de patiënt schadelijke gevolgen heeft. Een zorgprofessional kan zich daar vervolgens schuldig over voelen en dat compenseren door extra hard werken –vermoeidheid, nieuwe missers, eenzaamheid– en troost elders zoeken... Een vicieuze cirkel.

Voor een patiënt is de ontdekking dat zijn arts of verpleegkundige verslaafd zou kunnen zijn een schok. Er is een aantal signalen dat hierop kunnen wijzen. Hiertoe behoren onduidelijk spreken, struikelen over woorden, vergeetachtig zijn, er onverzorgd uitzien en snel geprikkeld raken. Natuurlijk kunnen deze zaken ook een heel een andere achtergrond hebben, zoals privéproblemen of een medische aandoening. Maar iedere verslaafde –ook een verslaafde zorgverlener– is buitengewoon goed in verstoppertje spelen.

Wat kun je doen als je je zorgverlener ernstig verdenkt van verslaving? Het makkelijkst is het om een andere te zoeken. Vanwege het belang van een vertrouwensbasis is dat soms verstandig. Als dat niet goed mogelijk is, kan contact opnemen met diens chef of directie aangewezen zijn. Soms kan ruggespraak met een ombudsman of vertrouwensarts uitkomst bieden. Vaak zal er over de persoon in kwestie al eerder een alarmsignaal binnengekomen zijn, van een andere patiënt of van een collega. Indien er tijdig aan de bel wordt getrokken, is de kans op succesvolle interventie waarschijnlijk het grootst – en wordt in ieder geval meer schade voorkomen.

Maar moeten we dan niet vergeven en elkanders lasten dragen? Zeker wel, en daarin ligt een deel van de uiteindelijke genezing. Eerlijk toegeven hoe het ervoor staat en daarbij herstel zoeken, gaan echter vooraf aan vergeving ontvangen. Misschien is de start van een nieuw jaar een stimulans om de eerste stap naar herstel te doen – met Gods hulp. En op het christelijke erf werken veel goede hulpverleners met deskundigheid op dit gebied, zoals onder andere bij De Hoop, Eleos, Cruciaal, Terwille en In de Bres.

Eerder verschenen in het Reformatorisch Dagblad.